De Merkabah

De aarde kan worden opgevat als een ‘planetair universum’ dat naast een fysische laag meerdere metafysische lagen bevat. Zijn vrije bewustzijnskrachten heeft de mens alleen in de fysieke laag van de aarde ter beschikking. Eigenlijk is de fysieke laag een tussengebied. Daarboven bevindt zich het suprafysische deel van het planetaire universum, daaronder het subfysische deel. Beide bestaan  uit meerdere lagen (niveaus). Het suprafysische gebied (traditioneel de ‘hemelen’ genoemd) reikt tot in de goddelijke lichtsfeer, het subfysische gebied (traditioneel als de ‘hellewereld’ aangeduid) reikt tot in een demonische of antigoddelijke duisternis. Waar deze gebieden elkaar overlappen ligt het fysische tussengebied, het ‘schemerrijk’ waarin de mensheid en ten dele ook de natuurrijken leven. Door toedoen van de lichtsfeer heerst hier de dageraad maar door toedoen van de duistere sfeer heerst er een avondschemering. Dit alles kan worden gerepresenteerd door het symbool van het hexagram dat bestaat uit een lichte driehoek met de punt naar boven en een daarmee aan zijn basis deels overlappende donkere driehoek met de punt naar beneden. Deze figuur wordt in de Hebreeuwse mystiek de ‘Merkabah’ genoemd, het voertuig van de ziel. De ziel van de mens is het persoonlijke equivalent van de planetaire Merkabah. Om die reden is het mensenwezen zowel doordrongen van  ‘hemelkrachten’ als van ‘hellekrachten’. Deze krachten komen tot uiting als sympathie en antipathie. Als een ‘wezen van twee werelden’ is de mens in staat tot het hoogste maar ook tot het laagste. Daartussen staat zijn vrije wil.

Terug