Is de aarde en haar ontwikkelingsproces binnen deze totaliteit een unieke aangelegenheid of is zij een van de talloze manifestaties van een universeel planetair archetype? Is het ‘zaad van de aarde’ wellicht over de gehele oneindigheid van het universum uitgestrooid? Kunnen we het universum opvatten als een kiemveld waarin talloze ‘aardekiemen’ zijn geplant die zich, wanneer de omstandigheden zich daartoe lenen, zullen ontplooien tot soortgelijke bloemen die uiteindelijk de vrucht van de Liefde zullen dragen? En worden al deze ontluikende planetaire bloemen in het universele veld verlicht en gevoed door één centrale kosmische Zon?
Wanneer het zo is dat we ‘onze’ Aarde en zijn beoogde ontwikkeling zouden moeten opvatten als één van de talloze exemplaren van soortgelijke planetaire ontwikkelingen die zich binnen het fysisch-metafysische universum voltrekken dan mag dit ons geenszins ontheffen van onze verantwoordelijkheid om de ontwikkeling van ‘onze’ Aarde tot een goed einde te brengen. Want alleen daardoor kunnen wij een bijdrage leveren aan de bloei van het universele veld der Liefde, het Goddelijke universum. Het is de taak van de mensheid om samen met de Logos van de Aarde de ‘wonderlijke mystieke Roos’ van onze planeet in het kosmische veld te doen ontluiken en opbloeien.