Ik Ben tussen lichaam en geest

De mens leeft tussen twee ervaringspolen: aan de ene kant die van de individuele lichamelijkheid en aan de andere kant die van de geestelijke universaliteit. In het midden bevindt zich het gebied dat de eigenlijke manifestatie van de mens is, de individuele ziel. In deze ziel huist de persoonlijkheid. De ziel is de plaats waar leven en dood elkaar ontmoeten en in balans houden. Het lichaam moet bezield zijn teneinde te kunnen leven en de ziel moet geestdoordrongen zijn om de benodigde geestelijke levenskracht te ontvangen. Daarnaast is er nog een vierde component. Dat is het onpersoonlijke zijnswezen van de mens, zijn geestelijke monade, de ‘Ik-Ben’. Het is een ‘druppel uit de oceaan van het universele goddelijk-geestelijke’. Het ‘zelf’ van de mens bestaat dus uit twee delen: het op het lichaamsbewustzijn gebaseerde ego en de van het lichaam onafhankelijke ‘Ik-Ben’. De geestelijke ontwikkeling van de menselijke individualiteit is erop gericht dat de bezieling door het ego overgaat in een bezieling door de ‘Ik-Ben’. Het ego zal daartoe zichzelf weg moeten schenken aan de ‘Ik-Ben’ waardoor uit de ‘ego-persoon’ de ‘Geestpersoon’ oprijst. De verpersoonlijking van de geestelijke Individualiteit is het doel van het menszijn.

Terug