Het Spel der werkelijkheid
Alles wat in verschijning treedt als universa, wereldsystemen, vormen en concepten behoort tot een spel. Een ‘magisch’ spel dat er op gericht is om ‘werkelijkheid’ te creëren. Binnen dit spel wordt illusie tot werkelijkheid. De ‘waarheid’ waarvan binnen het spel sprake is, is, niet vanuit het spel bezien, illusie. De illusie namelijk dat er een werkelijkheid bestaat die ‘permanent’ en ‘structurerend’ is. Structuur en gelaagdheid bestaat alleen binnen een spel. Wat is het spel? Het is een spel van woorden, het is een spelen met woorden, met concepten. Het spel kan begrepen en beschreven worden, het spelen niet. Alles wat beschreven is, valt binnen de context van het spel. Daarom is elke wereldbeschrijving, elke kosmologie, elke theosofie spel. De Boeddha en Jezus gaven geen kosmologie, geen theologische systeem, geen metafysische structuur. Wat zij wel deden was wijzen op de waarheid dat alle werkelijkheid verschijning is en als zodanig een spel. Hun boodschap was dat spelen de werkelijkheid is, niet wat er gespeeld wordt. Het spelen is het ‘doen verschijnen’. De materialen waarmee gespeeld wordt zijn ‘ruimte’ en ‘tijd’ en het script van het spel dat gespeeld wordt is ‘kennis’. Met ons begrijpen komen we niet verder dan het verkrijgen van inzicht in het script dat gespeeld wordt – niet van het spelen of van de speler. Conceptuele kennis doet begrijpen wat er gespeeld wordt, echter niet dat er gespeeld wordt. Wat er gespeeld wordt – dus wat er spelend in verschijning treedt en wat de inhoud van het script is – kan op velerlei manieren verwoord worden: in christelijke, hindoeïstische, islamitische, jiddische, boeddhistische, Darwinistische quantumfysische woorden of in welke ‘kennistaal’ dan ook. De woorden en concepten van deze ‘kennistaal’ behoren echter op hun beurt weer tot de context van het spel. Formuleringen worden afgeleid van beelden die binnen het spel in verschijning treden. Daarom zullen de woorden en concepten nooit het spel dat ze beschrijven kunnen ontstijgen. Ook het ’zelf’ is een ‘in verschijning treden’ en is dus onderdeel van een spel. Het ‘zelf’ wordt gespeeld, en is daarom een ‘spelen’. Zo kan het zelfbewustzijn een trede naar waarheidsbewustzijn worden. We betreden de waarheid wanneer we inzien dat wij dit ‘spelen’ zijn. Op het moment dat wij ons ‘zelf’ bewust zijn als een ‘spelen’ zijn wij onszelf bewust als de Spelende. We ervaren de gelijkheid van de Speler en het ‘spelen’ dat wij zijn. In dat bewustzijn vinden we onze werkelijkheid, die dezelfde blijkt te zijn als de één-zijnde werkelijkheid van het Al. Wij-zelf zijn een spelen – en het spelen is de Speler die spelend is, kennis wevend in ruimte en tijd. En daarmee zijn wij niet langer een rol binnen het spel, maar spelen wij zelf dit spel – en alle andere spelen in een onuitputtelijke variatie van vormen, wereldsystemen en universa. Scheppend zijn is spelend zijn met de kennis-kralen van ruimte en tijd.
Ooit heb ik een visioen gezien van het universum als een actieve Leegte. Uit deze Leegte traden onophoudelijk complete planetaire systemen in verschijning als zwevende, transparante en veelkleurige sferen. Zij bloeiden op en verwelkten weer als bloemen op een veld in de voorjaarszon. Daarbij leek het alsof zij dansten en opstegen als zeepbellen, voortbewogen door een briesje dat als muziek was. Misschien dat elk van die opbloeiende en weer afstervende planeten elk voor zich zo’n spel waren, en dat hun gezamenlijke ontstaan en vergaan ook een Spel was. Als dat zo is, dan is ook onze Aarde een spel, een ‘spelend-zijn’. De verhalen die vanuit de verschillende metafysische en religieuze oriëntaties tot ons zijn gekomen als de heilige geschriften en evangeliën zijn misschien wel aanduidingen van het kosmische script volgens hetwelk de Aarde ‘gespeeld’ wordt op het toneel van het Universum – een ‘bellen blazende Leegte’. Zou dit spelen niet de gelukzalige expressie zijn van wat als essentiële ongevormdheid in Leegte aan al het verschijnende voorafgaat en daarop volgt?
wij moesten maar een beetje lachen samen, als onze krachten ons begeven komt, laat ons wat spelen met mijn bellen [J.C. van Schagen, 'Narrenwijsheid']
Als spel is alles werkelijk. Spelend is de werkelijkheid.